Huurders zijn bereid bij een inkomensstijging meer huur te betalen voor dezelfde woning. Dat blijkt uit de evaluatie van Huur op Maat, een driejarig experiment met inkomensafhankelijke huren dat de SEV uitvoert met 13 wooncorporaties in Nederland. Bijna 80 procent van de huurders vindt het rechtvaardig dat de huurprijs wordt gekoppeld aan de hoogte van het inkomen.
Bij Huur op Maat wordt afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de huurder vastgesteld of de corporatie een huurkorting geeft en hoe hoog deze korting is. Het inkomen wordt jaarlijks getoetst door de corporatie. Via het systeem wordt geen algemene, aan de woning gebonden huurkorting gegeven, maar dus alleen een korting aan huurders die daar gezien hun inkomen recht op hebben. Van de woningzoekenden met een hoger inkomen is 63 procent het ermee eens dat mensen met een lager inkomen minder huur betalen.
In twee jaar zijn circa 7500 Huur op Maat-contracten afgesloten, waarbij 75 procent van de woningen is verhuurd aan lage inkomens. “Uit de evaluatie blijkt dat de keuzevrijheid toeneemt, volkshuisvestingsgelden doelmatiger worden besteed en dat de relatie tussen prijs en kwaliteit van de woningen sterker is”, volgens de SEV.
Doel van het experiment is het verbeteren van de betaalbaarheid van sociale huurwoningen, het vergroten van de keuzevrijheid voor woningzoekenden, het doelmatiger besteden van volkshuisvestelijke middelen en een sterker verband tussen prijs en kwaliteit voor de huurder. Huur op Maat loopt van 1 oktober 2008 tot 1 oktober 2011 en geldt voor nieuwe verhuringen.
Reacties