De provincie Limburg, Bouwend Nederland, LWV, UNETO-VNI en zes Limburgse woningcorporaties hebben een convenant getekend om meer ruimte te geven aan samenwerking in de bouwketen. Het convenant, dat loopt tot eind 2014, moet binnen een jaar leiden tot concrete projecten waar ketenintegratie wordt toegepast en gemeten. De deelnemende woningcorporaties zijn Antares, ZOwonen, Wonen Limburg, Maasvallei, Woningstichting Vaals en Woonpunt.
“Met dit convenant werken we samen aan een cultuurverandering in de bouwbranche. Hierdoor kan kostenbesparend en sneller gewerkt worden en kunnen kwalitatief betere en duurzame bouwprojecten opgeleverd worden”, aldus Noël Lebens, gedeputeerde van de provincie Limburg. De partijen willen met het convenant een antwoord geven op de veranderende vraag van klanten, eindgebruikers en de maatschappij. Volgens hen ontstaat dankzij de afspraken meer ruimte voor innovatie en procesverandering binnen de keten. Centraal daarbij staat het delen van kennis en ervaring in projecten en het leren van andere sectoren. Er wordt een stuurgroep ingesteld die zich gaat bezighouden met de bewaking en monitoring van het convenant. In een uitvoeringsprogramma worden vergaande afspraken over de sectorbrede samenwerking vastgelegd.
Om de doelstellingen van het convenant te realiseren, investeren de partners in verdere professionalisering. Zo worden speciale masterclasses opgezet die worden gesubsidieerd door de provincie Limburg. Ook brengen de ondertekenaars de best practices in kaart en benoemen zij belemmeringen die innovatie in de weg staan. Het opleiden van mensen wordt centraal gesteld, en om de huidige ontwikkelingen in de sectoren te borgen, worden ook verbindingen gelegd met onderwijsinstellingen.
De tien ondertekenende partijen hebben als onderdeel benoemd van de overeenkomst het stimuleren van publiekprivate samenwerking in het kader van ketenintegratie. Daarom zullen de partijen de komende periode veel aandacht besteden aan de veranderende rol van opdrachtgevers. En om innovatie te bevorderen, worden projecten niet op basis van initiële kosten aangegaan, maar zijn de kosten gedurende de gehele levensduur het uitgangspunt.
Reacties