Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van gegevens van woningcorporatie Acantus, actief in Noord- en Oost-Groningen. Deze corporatie sloopte de afgelopen twintig jaar zo’n 2000 huurwoningen in Oost-Groningen. In opdracht van huurdersvereniging SPBA, corporatie en SEV heeft de Woonbond een diepgaand bewonersonderzoek uitgevoerd onder huurders die de afgelopen vijf jaar hun woning moesten verlaten door sloop. Voor dit onderzoek zijn vooral oudere huurders geïnterviewd, die een representatieve bewonersgroep vormen in krimpgebieden.

De interviews laten zien dat een gedwongen verhuizing veel impact op bewoners heeft. Er was soms sprake van heftige, emotionele en negatieve ervaringen bij de huurders, terwijl de verhuurder dacht dat alles goed was vastgelegd om dit te voorkomen. De bewoners beleefden de periode rondom de verhuizing overwegend negatief omdat zij hun vertrouwde buurt moesten verlaten, maar ook omdat er onbegrip over de sloop was of omdat de communicatie met de corporatie onvoldoende was. Sommige huurders moesten de buurt of het dorp waar ze hun leven lang woonden, verlaten, zo kwam naar voren in de interviews. Zij zijn hun sociale netwerk deels kwijtgeraakt en voelen zich ontworteld.

Toch zegt de meerderheid van de huurders dat de woonsituatie uiteindelijk is verbeterd omdat ze een kwalitatief betere woning heeft betrokken, staat te lezen in het rapport. Opvallend is dat de fysieke omgeving voor huurders nauwelijks van invloed is op de beoordeling van de nieuwe woonplek. De sociale omgeving blijkt des te belangrijker. De meeste respondenten zijn ontevreden over de nieuwe sociale omgeving en ze hebben minder contacten in de nieuwe buurt.

Uit het rapport zijn een aantal belangrijke aanbevelingen voor woningcorporaties en huurdersorganisaties op te sommen:

Bron: SEV