De vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) hebben in samenwerking met de krimpprovincies Groningen, Limburg en Zeeland, een alternatief plan gepresenteerd voor de verhuurdersheffing in hun gebieden. In de vier steden en drie krimpregio’s is de onrendabele investeringsopgave voor de corporaties aantoonbaar het grootst. Eind april is er een brief met het plan verstuurd aan minister Blok (Wonen).
De partijen constateren dat de benodigde investeringen van corporaties om de grote onrendabele maatschappelijke opgave in deze zeven gebieden voort te zetten, in de knel zullen komen door de verhuurdersheffing. Een gerichte investeringsprikkel binnen de heffing is daarom noodzakelijk, vinden zij.
Om ervoor te zorgen dat corporaties de nodige investeringen kunnen blijven doen, stellen de vier steden en de krimpprovincies voor dat de sociale verhuurders een bedrag mogen aftrekken voor geleverde maatschappelijke prestaties. Dit zijn investeringen in ingrijpende woningverbetering, sloop, nieuwbouw en energiebesparende maatregelen. De aftrekbedragen per woning variëren tussen 10.000 en 25.000 euro. In totaliteit gaat het om aftrek van jaarlijks circa 200 miljoen euro.
De genoemde steden en regio’s kennen elk een omvangrijke en op sommige punten unieke maatschappelijke opgave. In de steden ligt dit met name in de verbetering van kwetsbare stadswijken, die het slechtste scoren op het gebied van leefbaarheid. Bijvoorbeeld Nieuw West, Kanaleneiland en Schilderswijk. De aard en omvang van de problematiek in Rotterdam-Zuid was zelfs te groot om door Rotterdam alleen te worden gedragen. Dit was aanleiding tot het afsluiten van een nationaal programma tussen Rotterdam, het Rijk en vele organisaties. De drie krimpregio’s hebben door de al enige jaren geleden ingezette daling van het aantal huishoudens, te maken met een sloop- en vernieuwingsopgave van de woningvoorraad. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de steden of gebieden Delfzijl, Parkstad Limburg en Terneuzen.
In de betreffende gebieden zijn woningcorporaties een belangrijke speler en partner voor gemeentes en provincies. Zij zorgen voor verbetering van de leefbaarheid in de kwetsbare stadswijken, door te investeren in sociale woningbouw maar ook in huizen voor de middenklasse. Daarnaast spelen ze een grote rol bij de sloopopgave en woningaanpassing in steden en dorpen waar de bevolking afneemt. Tegenover deze grote urgente vernieuwingsopgave staan maar beperkte opbrengsten. Dit vanwege de slechte woningmarktpositie of minimale inkomsten omdat er minder wordt teruggebouwd.
Reacties