De sociale woningvoorraad van corporaties in stadsregio Amsterdam wordt jaarlijks kleiner. In de hoofdstad nam het aantal sociale huurwoningen in 2013 af met 2000 woningen (1%) tot 192 woningen. Oorzaken zijn verkoop, liberalisatie en sloop. Dat blijkt uit de Monitor Betaalbare voorraad van de stadsregio Amsterdam, zo meldt Nul20, platform voor woonbeleid in de regio Amsterdam.
In 2013 zijn 1777 woningen verkocht, 754 zijn geliberaliseerd en 546 zijn er gesloopt. Daar staat tegenover dat er 1094 nieuwe woningen zijn opgeleverd die voor een derde bestaan uit studentenwoningen. In de regio buiten Amsterdam was de daling niet zo sterk: deelregio noord -0,3% en deelregio zuid -0,7%.
Het segment particuliere verhuur heeft in Amsterdam een aandeel van 23%, wat neerkomt op 53.000 woningen beneden de liberalisatiegrens. Dit aantal neemt snel af; in 2007 waren dit nog ongeveer 68.000 woningen, in 2013 is dat gedaald naar 53.000.
Eerst was splitsen en verkoop een lonend alternatief voor huiseigenaren, maar sinds de wijziging van het woningwaarderingsstelsel in 2011 kunnen veel vrijkomende huurwoningen relatief eenvoudig naar de vrije sector worden omgezet. Wethouder Laurens Ivens van Amsterdam beaamde in september al dat de gemeente nauwelijks middelen heeft om deze woningen binnen de gereguleerde sector te houden, aldus Nul20.
Per 1 januari 2014 hebben woningcorporaties in stadsregio Amsterdam bijna 283.000 huurwoningen in bezit. Daarvan zijn ruim 12.000 onzelfstandige eenheden. Op dit moment ligt het grootste gedeelte (82%) van het bezit nog in de sociale sector.
Er is vooral een daling te zien in het aantal goedkopere huurwoningen (2013 onder €574, 2014 onder €597). Wel komen er steeds meer woningen bij in het hogere sociale segment (€597 tot €699) en de vrije sector (vanaf €699). Zo verhuurden corporaties in de hoofdstad in 2013 17% van de vrijkomende woningen in de vrije sector; in de rest van de stadsregio zo’n 11% tot 12%.
Van woningen die de verkoop ingaan, heeft 85% een prijs beneden de €203.000. Daarmee zouden ze in theorie beschikbaar moeten zijn voor mensen met een inkomen tot €43.000, staat in de Monitor Betaalbare voorraad. Een stimulans om te switchen naar vrije huur of verkoop, zou de verhuurdersheffing zijn die corporaties moeten betalen.
De Monitor Betaalbare voorraad is opgesteld in opdracht van de stadsregio Amsterdam en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad (PWNR). Zij beogen hiermee de trends op de sociale huurmarkt, in het middensegment en de betaalbare koop beter te volgen.
Reacties