Vanmiddag belandde ik in de zoveelste discussie over het nut en de noodzaak van Nul op de Meter en welke beren er allemaal wel niet zijn op deze weg. Ik moest denken aan het verhaal dat mijn geschiedenisleraar me ooit vertelde over de stoomtrein.
We gaan terug naar de uitvinding van de stoommachine. Deze uitvinding uit Engeland markeert het begin van de industriƫle revolutie. Een luitenant van het Nederlandse leger ziet in 1830 de eerste stoomtrein in Engeland en is meteen enthousiast over de snelheid en de nieuwe mogelijkheden voor personen- en goederenvervoer. Hij brengt de trein naar Nederland, maar vindt daar veel tegenstanders.
Allereerst is er angst. Mensen zijn bang voor het sissende, stomende en vuurspuwende ijzeren monster dat ze de 'vuurdraak' noemen. Artsen beweren dat je kan stikken of dat je hersens uit elkaar kunnen spatten door de snelheid. Boeren vrezen dat hun paarden op hol slaan en hun koeien door de stress zure melk zullen geven. En daarnaast zijn schippers van trekschuiten en koetsiers van paardenkoetsen bang om hun baan kwijt te raken.
Buiten angst voor deze innovatie speelden ook nog een aantal andere factoren een rol. De regering en de kooplieden zien het nut van een trein in eerste instantie niet in. Met een trekschuit over water kun je alles toch prima vervoeren? En waarom zou je sneller willen reizen? Zij hebben geen zin om er geld aan uit te geven.
In het begin was het spoor in particuliere handen en werd alleen aangelegd in gebieden met veel inwoners of veel industrie. Ook waren de kaartjes nog te duur voor de gewone arbeider. Toen de stoomtrein zijn nut en veiligheid bewezen had, werden er ook door de staat steeds meer spoorlijnen aangelegd. Rond 1900 was de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland.
De komst van de trein markeerde het begin van een nieuwe tijd: er veranderde heel veel, heel snel. Terug naar nu en Nul op de Meter. Ik zie een interessante parallel. Nul op de Meter markeert ook het begin van een nieuwe tijd: een tijd waarin we van vragen naar aanbieden gaan en van losse maatregelen naar totaalconcepten.
Om de Nul op de Meter trein met succes door heel het land te laten rijden, moeten treinen (=bouwers/aanbieders), spoor (=corporaties/vragers) en klanten (=huurders/bewoners) beter op elkaar afgestemd worden. En wanneer bereiken we dan succes? Als de prijs van de treinen omlaag kan doordat er meer spoor (schaal) aangelegd wordt, kopen de klanten eerder kaartjes!
Reacties