Het ruimtelijk energiemodel Vesta berekent het energiegebruik en de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving (onder andere woningen, kantoren, winkels en ziekenhuizen) en de glastuinbouw voor de periode van 2010 tot 2050. Daarnaast kan het model de effecten berekenen van gebouwmaatregelen en gebiedsmaatregelen voor warmtelevering in termen van vermeden CO2-uitstoot, energiegebruik, investeringskosten en financiële opbrengsten. Het model is in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving opgesteld.
Het Vesta model berekent de kosten van gebouwmaatregelen om energie te besparen. Bovendien berekent het model de gebieden waar warmte- en koudelevering door gebiedsmaatregelen rendabel is, dat wil zeggen een financieel voordeel oplevert voor de investeerder en eigenaren van gebouwen. Daarbij kan rekening worden gehouden met het geval dat er ook gebouwmaatregelen voor energiebesparing worden genomen. Het nemen van maatregelen kan worden beperkt tot bepaalde groepen op basis van sociaaleconomische kenmerken van bewoners (inkomen, eigendom van de woning), fysieke kenmerken van woningen (type woning, bouwperiode) of kenmerken van de utiliteit (vloeroppervlakte van kantoren, winkels, ziekenhuizen en andere gebouwen) - en de glastuinbouw (oppervlakte, type teelt).
Het model is zo opgezet dat gebruikers de ingevoerde data en relaties kunnen aanpassen of vervangen door bijvoorbeeld specifiekere gegevens (bijvoorbeeld energiegebruik van gebouwen), nieuwe inzichten en ontwikkelingen (bijvoorbeeld energieprijzen en kosten van maatregelen). Deze beschrijving biedt inzicht in de gebruikte data en methodes waarvan het Vesta model gebruik maakt.
Reacties