Van de alle onderwijsgebouwen waarvoor een energielabel is toegekend, is een kwart van slechte energetische kwaliteit (energielabel G). Gerekend hierbij is in vierkante meters, niet in aantal gebouwen. Dat blijkt uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), in opdracht van Bouwend Nederland. Ook blijkt dat het huidige tempo van renovatie en nieuwbouw impliceert dat een schoolgebouw 100 jaar mee zou moeten gaan en dat 75 procent van de scholen een energielabel heeft van C of lager.
“Schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs zijn nu gemiddeld 38 jaar oud en we zien dat de kwaliteit en functionele geschiktheid ervan onder druk staan”, reageert Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. De kosten voor een verduurzamingsslag van deze voorraad naar energielabel B, zou naar verwachting 2,4 miljard euro bouwproductie opleveren.
Daarnaast heeft slechts 6,8 procent van de scholen een energielabel laten uitrekenen, blijkt het EIB-onderzoek. “Daarmee is nog niet gezegd dat de scholen die nog geen label hebben ook slecht scoren. Wel is het een indicatie dat er nog veel moet gebeuren. De focus zou moeten liggen bij renovatie en verduurzaming van scholen en het realiseren van vervangende nieuwbouw”, aldus Verhagen.
De verantwoordelijkheid voor het onderhoud en renoveren van schoolpanden ligt bij de gemeente, de binnenkant is de taak van de schoolbesturen zelf. “Dat is het lastige van het onderhouden en renoveren van scholen”, vindt Verhagen. “Wanneer gemeenten moeten investeren in bijvoorbeeld muur- en dakisolatie, dan plukt de gemeente daar niet zelf de vruchten van. Het schoolbestuur profiteert van de lagere energierekening. Bovendien bestaan er geen formele potjes voor renovatie, waardoor grootschalige renovatie veel te weinig voorkomt.”
Reacties